Microsporen & Entomologie

  • analyse van dieren- en mensenharen
  • DAPI classificatie van haarwortels
  • forensische entomologie - studie van insecten voor de bepaling van het post-mortem interval

Van ééncellige organismen tot gewervelde dieren, van microscopische algen tot bomen, veel natuurlijke elementen kunnen overgedragen worden tussen personen, plaatsen en voorwerpen. Die sporen en microsporen van natuurlijke oorsprong onderzoeken we om verbanden te leggen tussen verdachten, slachtoffers, een wapen/werktuig en/of een plaats delict.


Toepassingen

Haren
Mensen en dieren verliezen voortdurend haren. Op een plaats delict, op een verdachte of een slachtoffer, in voertuigen, ... worden dan ook vaak haren aangetroffen. Een genetische analyse van die haren levert soms omwille van diverse biochemische redenen geen optimale resultaten. In zulke gevallen kan  een microscopische en/of immunohistochemische analyse heel wat gegevens opleveren.

In eerste instantie bepalen we of de haren van menselijke of van dierlijke oorsprong zijn. We bepalen ook de aanwezigheid van celkernen in cellen op de wortel en geven advies over de beste strategie van genetische analyse. Ten slotte kunnen we de haren van een persoon vergelijken met haren aangetroffen op een persoon of voorwerp, en zo de aanwezigheid van die persoon achterhalen.

Planten
Bij het onderzoeken van sporen of microsporen kunnen fragmenten van planten aangetroffen worden. Die kunnen bijvoorbeeld informatie opleveren over de plaats(en) waar een slachtoffer geweest is. Vaak worden enkel kleine deeltjes van bladeren of bloemen teruggevonden, wat de identificatie moeilijk maakt.

Om de plantensoort te bepalen bestuderen we aan de hand van optische of elektronen microscopie de eigenschappen van het plantaardige fragment.

We maken ook botanische inventarissen op van plaatsen die relevant zijn voor het gerechtelijk onderzoek, zodat we over vergelijkingsmateriaal beschikken.

Forensische entomologie
In elk onderzoek naar een overlijden moet de wetsdokter niet enkel de doodsoorzaak, maar ook het tijdstip van overlijden zo precies mogelijk schatten. Daarvoor bestaan verschillende technieken, waarbij rekening wordt gehouden met de lichaamstemperatuur en de omgevingstemperatuur, de waarneming van lijkstijfheid en lijkvlekken, histologisch onderzoek, chemie, ...

Vanaf het moment dat de lijkstijfheid voorbij is en de lichaamstemperatuur aangepast is aan de omgevingstemperatuur, wordt de bepaling van het tijdstip van overlijden zeer moeilijk, zoniet onmogelijk. In zo’n geval kunnen we met de entomologische methode in bepaalde omstandigheden een schatting geven van het tijdstip van overlijden.

Zeer snel na het overlijden van een persoon krijgt het lichaam een specifieke geur. Die geur trekt aasetende insecten aan (specifiek, insecten waarvan de larven aasetend zijn). Onder gunstige omstandigheden leggen de insecten binnen enkele uren na het overlijden eitjes op het lichaam.

De larven aanwezig op het lichaam worden met veel zorg verzameld en in het labo onder strikt gecontroleerde omstandigheden ondergebracht voor opkweek. Om het postmortem-interval te schatten, moet het moment waarop de eitjes van de larven gelegd zijn, binnen de tijd gesitueerd worden. We houden daarbij rekening met de omstandigheden van de ontdekking van het lichaam. Specifiek zijn volgende gegevens cruciaal:

  • de soort (elke soort heeft zijn eigen ontwikkelingskarakteristieken)
  • het ontwikkelingsstadium op het ogenblik van de verzameling
  • de meteorologische omstandigheden op de vindplaats(en) (belangrijkste criterium is de omgevingstemperatuur, omdat het de snelheid van de ontwikkeling van insecten bepaalt)
  • de omstandigheden en de duur van de opkweek in het labo

Technieken

  • stereomicroscopie
  • optische microscopie
  • fluorescentiemicroscopie
  • elektronenmicroscopie
  • immunohistochemie
  • ...

Meer lezen ?
- Project results iMinds