JSJV #21 November 2024
De Crime Drop
Internationale en Belgische criminaliteitstrends op langere termijn
Dit artikel bespreekt de resultaten uit een wetenschappelijk onderzoek naar criminaliteitstrends, uitgevoerd door het departement Criminologie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (Burssens, 2023). Aan de hand van beschikbare data brengen we criminaliteitstrends van de laatste decennia in kaart voor de Verenigde Staten, West-Europa en België. Opvallend is dat vele delicttypen sinds de jaren ’90 zijn afgenomen. De daling is opmerkelijk en onverwacht, maar wordt door meerdere bronnen bevestigd. Deze ‘crime drop’ is een fenomeen dat eerst in de Verenigde Staten werd vastgesteld, maar al snel ook in andere
Westerse landen wordt opgemerkt.
jsjv#20 januari 2023
GEDETINEERDEN AAN HET WOORD! Gedetineerde drugsgebruikers over hun begeleiding.
Het zorgaanbod voor gedetineerde drugsgebruikers is ontoereikend in België. Daarom heeft de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid in samenwerking met de Federale Overheidsdienst Justitie in december 2017 een pilootproject opgezet in drie Belgische gevangenissen voor de behandeling van deze specifieke doelgroep. De bedoeling was om een behandelingsmodel, een screeningsinstrument en een gemeenschappelijke screeningprocedure te ontwikkelen en om uiteindelijk het specifieke zorgaanbod de komende jaren uit te breiden naar andere gevangenissen in het land. Na een periode van twee jaar werden de drie pilootprojecten geëvalueerd. In dit artikel laten we de gedetineerden aan het woord die in het kader van de pilootprojecten werden begeleid en geven we suggesties voor verbetering mee. De gedetineerden blijken allemaal een positieve perceptie van hun begeleiding te hebben. Toch hebben ze een aantal aandachtspunten geformuleerd voor de overheid, vooral omtrent de continuïteit van de zorg.
jsjv#19 juni 2022
LOKALE BEMIDDELING, EEN VEELZIJDIG ALTERNATIEF VOOR GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES
Hoewel de meeste inbreuken strafrechtelijk worden afgehandeld, wordt soms ook beslist om ze administratief op te volgen, wat aanleiding kan geven tot het opleggen van een administratieve sanctie. Op het niveau van de steden en gemeenten zijn de sanctionerend ambtenaren belast met deze taak. Zij maken hoofdzakelijk gebruik van administratieve geldboetes, maar doen soms ook beroep op een alternatieve maatregel: de lokale bemiddeling. Een bemiddelingsprocedure impliceert de tussenkomst van een bemiddelingsdienst of een bemiddelaar. In België worden een dertigtal lokale bemiddelaars gesubsidieerd door de POD Maatschappelijke Integratie in het kader van het zogenaamde Grootstedenbeleid. Dit artikel brengt verslag uit over een onderzoek dat de praktijken van deze bemiddelaars documenteert, door in te gaan op hun relaties met de andere actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van het beleid voor de bestraffing van inbreuken op het lokale leven.
jsjv#18 december 2021
EEN DERDE VAN ONZE GEVANGENISBEVOLKING BESTAAT UIT BEKLAAGDEN
DE TOEPASSING VAN DE VOORLOPIGE HECHTENIS IN BELGIË VERKLAREN. EEN LONGITUDINAAL ONDERZOEK
Sinds het begin van de jaren 1990 is de gevangenisbevolking in België spectaculair toegenomen. Ondanks de flinke uitbreiding van de gevangeniscapaciteit blijft de overbevolking problematisch. In 2016 bestond meer dan een derde van de bevolking van onze gevangenissen echter uit beklaagden in voorlopige hechtenis. In die context vormt de inperking van het gebruik van de voorlopige hechtenis dan ook een grote uitdaging, niet alleen met betrekking tot de grondrechten van de betrokkenen maar ook wat het – zij het wat meer concrete – organisatorische aspect betreft. Om de toepassing van de voorlopige hechtenis te veranderen, is het echter noodzakelijk om meer inzicht te hebben in het gebruik en de evolutie ervan. En dat is precies de bedoeling van dit artikel: het brengt verslag uit over een onderzoek dat in kaart brengt welke dossierelementen en beslissingscriteria mee bepalen of er al dan niet wordt gebruik gemaakt van deze vrijheidsberovende maatregel.
jsjv#17 september 2020
HERSTELBEMIDDELING VÓÓR HET VONNIS: EEN ZELDZAME PROCEDURE ONBEKEND BIJ DE MAGISTRATEN
De wet van 22 juni 2005 wil voor alle feiten en in alle stadia van de strafrechtelijke procedure een bemiddelingsaanbod aanbieden. De procedure steunt op de vrijwillige toetreding, waarbij één van de partijen het initiatief neemt om deze op te starten. Om die reden moeten ze bijgevolg geïnformeerd zijn over het bestaan van deze procedure. Dat is de taak van de gerechtelijke actoren (openbaar ministerie, onderzoeksrechters, bodemrechters). Deze wettelijke verplichting wordt echter zelden nageleefd en de procedure wordt weinig gebruikt. In dit artikel lichten wij toe welke argumenten de magistraten aanhalen die terughoudend staan tegenover deze bemiddelingsprocedures. En dat zijn er heel wat, onder meer een slechte kennis van deze mogelijkheid, de moeilijkheid om in te zien dat het al vóór de uitspraak van een vonnis georganiseerd kan worden, alsook het gevoel dat deze mogelijkheid nutteloos is.
jsjv#16 juni 2020
TERUG NAAR DE GEVANGENIS? DE HERROEPINGSPROCEDURES VOOR DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN
Wanneer gedetineerden in België vervroegd met voorwaarden de gevangenis mogen verlaten, moeten zij zich gedurende een proeftijd aan deze voorwaarden houden. Bij niet-naleving ervan beslist de strafuitvoeringsrechtbank wat er moet gebeuren. Bij herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt de betrokkene terug opgesloten in de gevangenis. De strafuitvoeringsrechtbank is echter niet verplicht om tot herroeping over te gaan. In dit artikel bestuderen we deze beslissingspraktijken van de Belgische strafuitvoeringsrechtbanken. We zullen aantonen dat strafuitvoeringsrechtbanken verschillende aspecten afwegen: 1) de ernst van de schending van de voorwaarden, 2) het reeds doorlopen en geplande re-integratietraject door de veroordeelde, 3) diens houding, en 4) diens medewerking met de justitieassistent. Strafuitvoeringsrechtbanken beschouwen een herroepingsprocedure als een onderdeel van het re-integratietraject van een veroordeelde, dat ze trachten te ondersteunen, al beschikken ze over weinig handvaten om dit te doen. Herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling is een beslissing die in de meeste gevallen pas valt wanneer andere mogelijkheden niet meer aan de orde zijn.
jsjv#15 april 2020
RECENTE ONTWIKKELINGEN IN HET BELGISCHE JEUGDRECHT
Naar aanleiding van de zesde staatshervorming kregen de Gemeenschappen en Gewesten nieuwe bevoegdheden toegekend op het vlak van de aanpak van jeugddelinquentie. Dit artikel schetst de hoofdlijnen van het nieuwe wetgevingslandschap in de Franse en Vlaamse Gemeenschap en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na een korte historische situering, volgt een inhoudelijke voorstelling van de nieuwe wetgeving met betrekking tot de aanpak van jeug-dige delinquenten van zowel de beide Gemeenschappen, als het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest. Telkens wordt dieper ingegaan op de krachtlijnen van de nieuwe aanpak, de reacties die mogelijk zijn zowel vanuit het jeugdparket, als de jeugdrechtbank en nieuwig-heden in de wetgeving. Telkens wordt kort ook iets gezegd over de jeugdhulpverlening en hoe deze zich verhoudt tot de aanpak van jeugddelinquentie. Nadien volgt een vergelijking tussen de ver-schillende (wettelijke) teksten die op tafel liggen. Zullen jongeren die bijvoorbeeld woonachtig zijn in Vlaanderen op een totaal andere ma-nier berecht worden dan jongeren woonachtig in Brussel-Hoofdstad of in de Franse Gemeenschap? Wat zijn de belangrijkste verschillen? Tot slot volgen nog een aantal kritische reflecties.
jsjv#14 april 2019
DE BELGISCHE JUSTITIEPALEIZEN VAN 1830 TOT 2018: TUSSEN VERANDERING EN CONTINUÏTEIT
In België kenden de justitiepaleizen, symbolen van justitie, hun opgang in de loop van de 19de eeuw. In die periode werden nieuwe justitiepaleizen gebouwd of oude grondig verbouwd, opdat ze beantwoordden aan de behoeftes van een moderne justitie. De architectuur van deze justitiepaleizen draagt een streng en almachtig imago uit. Een eeuw later voldeden deze gebouwen niet meer aan de vereisten van justitie en moesten ze vernieuwd worden. Deze vernieuwingsgolf startte aan het einde van de 20ste eeuw, in die periode werden overal in België nieuwe gebouwen opgericht. Deze werden in een moderne stijl gebouwd en dragen het imago uit van een geactualiseerde justitie die meer verzoenend en transparant is. Het plechtige karakter werd echter wel behouden. Andere elementen bleven eveneens gevrijwaard, al zijn er ook die verdwenen.
jsjv#13 octobre 2018
JONGE DELINQUENTEN, JONGE SLACHTOFFERS? SLACHTOFFERSCHAP VAN JONGEREN IN GESLOTEN INSTELLINGEN
Een efficiënte aanpak van zwaar delinquente jongeren vereist een grondige kennis van hun levenservaring. Een van de grijze zones van deze populatie is het dubbele aspect "dader-slachtoffer". Dit onderzoek strekt ertoe de omvang van de slachtofferervaringen van een populatie geplaatste jongeren te evalueren en het verband met hun ervaringen met delinquentie te onderzoeken. Voor dit onderzoek hebben 120 jongeren uit zes Institutions Publiques de Protection de la Jeunesse1 (IPPJ) van de Federatie Wallonië-Brussel, tussen 14 en 18 jaar oud, en 1.000 jongeren uit secundaire scholen van de arrondissementen Luik, Verviers en Charleroi, tussen 13 en 19 jaar oud (controlegroep), een vragenlijst ingevuld over hun ervaringen als dader en slachtoffer van strafbare feiten. Een van de belangrijkste bevindingen is dat de groep geplaatste jongeren rapporteert dat ze een groter aantal slachtofferfeiten hebben ondergaan dan de controlegroep. Eveneens wordt de aandacht gevestigd op genderverschillen inzake slachtofferschap binnen de groep geplaatste jongeren.
jsjv #12 Januari 2018
WAAROM DE RISICO’S OP PARTNERGEWELD IN BELGIË EVALUEREN?
Personen die werken in de psycho-medisch-sociale sector, bij de politie of bij het gerecht worden regelmatig geconfronteerd met situaties waarin partnergeweld zich voordoet. De complexiteit van deze situaties maakt een evaluatie van de risico’s op het geweld, maar ook de beheersing ervan moeilijk: is de relatie gekalmeerd, bestaat er een grote kans op recidive of is er zelfs sprake van een toename van geweld? Hoe kunnen we de risico’s beheersen aangezien er dikwijls verschillende actoren bij de situatie betrokken zijn? Om de professionals te ondersteunen, werden instrumenten voor de evaluatie en het beheersen van de risico’s ontwikkeld. Via de evaluatie van een lijst van criteria, hebben zij als doel om zicht te krijgen op de situatie. Deze gestandaardiseerde instrumenten kunnen zowel een grote dienst bewijzen, als hun doel mislopen. En, niets zou nadeliger zijn dan vertrouwen te stellen in inefficiënte instrumenten. Dat is de reden waarom het NICC getracht heeft het nut van deze instrumenten te preciseren door professionals te ondervragen over hun praktijken en de hulp die deze instrumenten hen daarbij bieden.
JSJV #11 APRIL 2017
DE GEREGISTREERDE CRIMINALITEIT VAN JONGVOLWASSENEN IN BRUSSEL: HET BELANG VAN DE SOCIO-ECONOMISCHE CONTEXT
Uit de analyse van de statistische indicatoren met betrekking tot de geregistreerde delinquentie van Brusselse jongeren van 18 tot 25 jaar blijkt dat er een zeer significante relatie bestaat tussen de percentages bij het gerecht aangemelde jongeren volgens de gemeente waar ze wonen, en de indicatoren die de sociaaleconomische context van elk van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kenmerken. Het is alsof het percentage bij het gerecht aangemelde jongeren in elke gemeente rechtstreeks evenredig is met het werkloosheidscijfer, het gemiddelde inkomen of het percentage leefloners die in de gemeente kunnen worden vastgesteld. Dit artikel beschrijft de belangrijkste etappes bij het bijeenbrengen en analyseren van die nieuwe gegevens en verduidelijkt de bevindingen in het licht van de wetenschappelijke inzichten die werden opgedaan in twee zeer verschillende onderzoekstradities in de criminologie.
JSJV #10 MAART 2017
GEDETINEERDEN ZONDER VERBLIJFSRECHT: REPATRIËREN TEGEN (W)ELKE PRIJS?
Het toenemende aantal gedetineerden zonder verblijfsrecht zorgde ervoor dat het samenspel tussen justitie en de Dienst Vreemdelingenzaken na de eeuwwisseling aan belang won. Dit samenspel binnen de gevangenismuren was echter geenszins een evidentie. In het bijzonder de uitvoering van de administratieve detentie ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op een repatriëring vanuit de gevangenis stond onder druk omwille van de aanslepende penitentiaire overbevolking. Vanaf 2010 weigerden verschillende gevangenissen zelfs elke verdere administratieve detentie ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken, wat tot een enorme terugval in het aantal repatriëringen leidde. Gezien de politieke gevoeligheid van deze problematiek werd via wetswijzigingen sinds 2012 de mogelijkheid gecreëerd om reeds tijdens welbepaalde perioden van de strafrechtelijke detentie een repatriëring uit te voeren. Hoewel deze wijzigingen tegemoetkomen aan de bezorgdheden van justitie (overbevolkingsproblematiek) en die van de Dienst Vreemdelingenzaken (het repatriëringen van gedetineerden zonder verblijfsrecht), rijst de vraag in hoeverre penologische beginselen die vervat zitten in het penitentiair recht onder druk komen te staan door deze pragmatische oplossing.
JSJV #09 NOVEMBER 2016
DE NEVENEFFECTEN VAN PREVENTIE. EEN VOLWAARDIGE KOSTEN-BATEN ANALYSE ALS ANTWOORD OP DISPROPORTIONELE MAATREGELEN.
Binnen het domein van de criminaliteitspreventie kennen we de laatste decennia een opmerkelijke toename van onderzoeksprojecten die de effectiviteit van preventiemaatregelen in kaart brengen. Effectiviteit is zonder twijfel een cruciaal element bij de evaluatie van preventie. Andere belangrijke aspecten bij de evaluatie van criminaliteitspreventie echter worden zeer vaak over het hoofd gezien en krijgen amper aandacht in wetenschappelijk onderzoek. In deze bijdrage bespreken we essentiële componenten voor een volwaardige kosten-baten analyse van preventiemaatregelen, die moet vermijden dat beleidsmakers kiezen voor preventie initiatieven waar de verhoopte voordelen worden teniet gedaan door onverwachte of ongekende neveneffecten.
JSJV #08 October 2016
“WIE BEN IK?” DE INVLOED VAN PLAATSING OP DE IDENTITEITSVORMING VOLGENS JEUGDZORGVERLATERS
De invloed van plaatsing op de identiteitsvorming is geen nieuw thema. Onderzoekers uit verschillende disciplines hebben reeds onderzoek gedaan naar identiteit en de implicaties van opsluiting op de identiteitsvorming of –verandering. De laatste jaren hebben we al meer inzicht vergaard over het leven van jonge jeugdzorgverlaters (18-25 jaar) die de grote stap naar zelfstandig wonen hebben gezet . Het verhaal van oudere jeugdzorgverlaters kreeg nog maar weinig gehoor. Toch zijn er indicaties dat een lange-termijn perspectief nieuwe inzichten kan opleveren. Dit onderzoek focust op het leven van jeugdzorgverlaters op lange termijn. We deden diepte-interviews met 20 jeugdzorgverlaters met een leeftijd tussen 22 en 58 jaar. Plaatsing heeft een iatrogeen effect op het leven van jeugdzorgverlaters. De ‘pains’ beschreven in de penologische literatuur worden in dit onderzoek bevestigd. Maar daarnaast kan een uithuisplaatsing ook een voedingsbodem zijn voor persoonlijke groei. Ondanks de leeftijdsverschillen merken we veel gelijkenissen in de perceptie op plaatsing. Toch zien we ook dat de perceptie kan veranderen wanneer de betrokkenen ouder worden.
JSJV #07 September 2016
HET NET EN HET NETWERK WERKOMGEVINGEN VAN PENITENTIAIRE DIRECTIETEAMS.
Gelet op het grote aantal studies die sinds meer dan twintig jaar de werking van de penitentiaire instellingen en het gevangenisbeleid beschrijven en analyseren, lijken drie vragen tot nu toe weinig wetenschappelijke belangstelling te hebben gewekt: wie staat aan het hoofd van de penitentiaire instellingen? Waarin bestaat het werk van de directieteams? Wat is de positie van de leden van de directieteams in de organisatie en het beleid van het gevangeniswezen in België? Dit artikel verstrekt enkele antwoorden op die vragen, schetst de werkomgeving waarin de directieteams van de penitentiaire instellingen moeten functioneren en onderstreept de noodzaak om, samen met de hoofdbetrokkenen, op beleidsniveau een professionaliseringstraject uit te stippelen voor de functie die ze uitoefenen.
JSJV #06 Juli 2016
OVER JONGEREN ALS DADER, SLACHTOFFER EN DE LINK TUSSEN BEIDEN
In deze bijdrage gaan we, op basis van de grootstedelijke JOP-schoolmonitor 2013 (N=1898), dieper in op de mogelijke verklaringen voor de samenhang tussen daderschap en slachtofferschap van criminaliteit bij jongeren. Het onderzoek toont vooreerst aan dat jongeren, in tegenstelling tot wat misschien op basis van de publieke opinie en het politieke debat wel eens wordt gedacht, niet enkel dader van criminaliteit zijn, maar ook vaak als slachtoffer met criminaliteit worden geconfronteerd.
JSJV #05 mei 2016
DUBBELZINNIGHEDEN IN DE MAATSCHAPPELIJKE REACTIE OP DELINQUENTIE VAN DE ELITES IN HUN BEROEPSSFEER
Het artikel strekt ertoe een aantal debatten tussen de onderzoekers over wat men gemeenzaam « witteboordcriminaliteit » noemt, namelijk de normoverschrijdingen die de elites in hun beroepssfee begaan, onder de loep te nemen.
Wat is het specifieke van die gedragingen? Wat is het specifieke van de maatschappelijke reactie die ze uitlokken? In dit artikel komen op basis van de bestaande onderzoeken de volgende onderwerpen aan bod: de perceptie die de burgers van de delinquentie van de elites hebben, de manier waarop dat thema door de pers wordt behandeld, de relaties tussen de elites en de wetten, de instanties die de probleemsituaties aanpakken en, tot slot, de actielogica die ze daarbij volgen.
JSJV #04 Maart 2016
DE GROEI NAAR MILITANT, MILITAIR JIHADISME
De radicalisering staat vandaag in het midden van het debat over het islamistisch terrorisme. Maar wat weten we over de processen die jongeren naar het buitenland stuwen om er de jihad te plegen? Ons steunend op de recente literatuur en op gesprekken met mensen uit de nabijheid van jongeren die vertrokken zijn of die op het punt stonden om te vertrekken, zullen we proberen om de die processen te begrijpen. Men merkt dan dat die jongeren zich laten charmeren door een aantrekkelijk verhaal over een teruggevonden waardigheid van de moslims binnen een herboren kalifaat, terwijl zij zich zelf als niet goed ingepast ervaren in de westerse samenleving. Daar tussenin tekent zich voor hen een weg uit van radicalisering, van verlangen naar buiten en van toenemend isolement. Geleidelijk aan vervangen ze hun gezinsbanden door een extremistisch sociaal netwerk. Daarop ent zich dan een project om te vertrekken. Hun omgeving staat er machteloos tegenover. Dit proces heeft uiteindelijk minder dan men denkt te maken met de structuren van de islam in België of met de godsdienst. Het gaat om een onderdompeling in een tegencultuur, een wereld van betekenissen, vreemd aan de rest van de samenleving.
JSJV #03 December 2015
DELINQUENTE TRAJECTEN VAN JONGEREN DIE BERECHT WERDEN ALS VOLWASSENEN
Uit de analyse van de gegevens blijkt dat het merendeel van de onderzoekspopulatie nog steeds in contact staat met het strafrechtssysteem. Meer dan de helft liep de laatste drie jaren nog een veroordeling op, een derde is opgesloten in de gevangenis. Dit wijst er op dat de populatie voor een groot stuk bestaat uit ‘persistente delinquenten’, jeugddelinquenten die doorgroeien naar volwassen delinquenten.
Door het gebrek aan een controlegroep, moeten we voorzichtig zijn met het trekken van conclusies over
mogelijke implicaties voor beleid en praktijk. In de volgende onderzoeksfasen zullen we trachten meer inzicht te krijgen
in waarom trajecten op een bepaalde manier verlopen, waarom bepaalde jongeren al dan niet van de ‘strafrechtelijke radar’ verdwijnen, en of dit effectief een gevolg is van het stopzetten van delinquent gedrag.
JSJV #02 November 2015
CIJFERS OVER MINDERJARIGE DELINQUENTIE IN BELGIE
De politie meldt de zaken waarbij zogenaamde "delinquente" minderjarigen betrokken zijn, aan de jeugdparketten. Bijgevolg kan men door onderzoek van de database van die parketten de schommelingen in het aantal meldingen vaststellen. Dat is de opzet van het artikel, dat de jaren 2006 tot 2013 bestudeert en de vooroordelen over de "delinquente" minderjarigen op losse schroeven zet. Uit het artikel blijkt dat het aantal gemelde minderjarigen daalt – zowel in België als in de rest van Europa – en dat hun leeftijd niet daalt. Hoewel men vaak zeer negatieve uitlatingen over minderjarigen hoort, nopen die bevindingen ons tot een andere kijk op de jeugddelinquentie.
JSJV #01 September 2015
LEVENSDOMEINENEN RECIDIVEONDERZOEK VAN DE GENTSE DRUGBEHANDELINGSKAMER
Drugbehandelingskamers (DBKs) beogen beklaagden de kans te geven hun drugproblematiek en psychosociale moeilijkheden aan te pakken. Op 5 mei 2008 startte de eerste Belgische DBK in het gerechtelijk arrondissement Gent. Wij beschrijven de uitkomsten van de Gentse DBK voor recidive, middelengebruik en druggerelateerde levensdomeinen, de inhoud van hulpverleningsplannen en het verloop van het behandeltraject en de ervaringen van hulpverleningsactoren en DBK-cliënten met de Gentse DBK. Ten slotte formuleren we aanbevelingen voor het toepassen van een DBK in andere arrondissementen.
Kernwoorden: drugbehandelingskamer, uitkomstenevaluatie, ervaringen stakeholders