Onderzoekers maken inventaris van menselijke resten in Belgische collecties

Een onderzoeksteam onder leiding van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) maakt aan de hand van een enquêteeen inventaris van de menselijke resten in Belgische musea, onderzoeksinstituten en privécollecties. Daar zijn ook resten bij die in koloniale tijden zijn verzameld. Het onderzoeksteam wil de historische, wetenschappelijke en ethische context van de menselijke resten kennen. Het project zal ook een wettelijk kader onderzoeken voor restitutie (of repatriëring) van menselijke resten.

Belgische musea, universiteiten, openbare of private instellingen en privépersonen bewaren menselijke resten van over de hele wereld en uit verschillende periodes. Een deel van de publieke collecties werd tijdens de koloniale periode verzameld, een ander deel is afkomstig van archeologische opgravingen en sommige menselijke resten zijn door privépersonen aan musea geschonken.

Het onderzoeksproject HOME (Human Remains Origin(s) Multidisciplinary Evaluation) focust op menselijke resten die buiten België zijn verzameld. Het wil een overzicht van de menselijke resten in verschillende instellingen en privécollecties, en wil er zoveel mogelijk informatie over bijeenbrengen.

Het project wil de personen identificeren, de omstandigheden kennen waarin hunresten zijn verzameld, en in enkele gevallen de vroegere levenswijzen, zowel cultureel als biologisch, beter begrijpen. Experts zullen het juridisch kader onderzoeken dat van toepassing is op de restitutie van menselijke resten in het Belgisch en internationaal recht.

Repatriëring

De repatriëring van de Zuid-Afrikaanse Sawtche (Saartjie Baartman) in 2002 bewees hoe waardevol teruggave voor familieleden, betrokkenen en staten kan zijn. Zij werd begin 19de eeuw opgevoerd als menselijke attractie in Engeland en Frankrijk en na haar dood tentoongesteld in het natuurhistorisch museum van Parijs.

‘De voorbije decennia hebben onder meer Frankrijk, Duitsland en Zwitserland menselijke resten teruggegeven op vraag van familieleden of van staten’, zegt hoofdconservator Patrick Semal (KBIN), die het project coördineert. ‘Zulke cases hebben vaak tot wetswijzigingen geleid om de teruggave mogelijk te maken, vooral voor de menselijke resten die deel uitmaakten van het openbaar domein, zoals Sawtche (Saartjie Baartman) of de Maori-hoofden in Frankrijk.’

Vandaag zijn er in België noch richtlijnen om menselijke resten te bewaren en te beheren, noch een wettelijk kader om menselijke resten in collecties terug te geven aan familieleden, instellingen of landen van origine. Een grote inventaris aangevuld met archiefmateriaal moet helpen om meer individuen te identificeren
en om de omstandigheden waarin ze werden verworven beter te begrijpen.

Juridische experts en sociale antropologen binnen het HOME-project zullen bekijken hoe landen binnen en buiten Europa menselijke resten teruggeven en welke juridische procedure ze daarvoor volgen. Door met verschillende belanghebbenden te praten, willen de onderzoekers alle meningen over teruggave in kaart brengen. ‘Die kennis zal helpen bij beslissingen over mogelijketeruggave’, zegt Semal. ‘Menselijke resten teruggeven aan familieleden, instellingen of staten is complex. Verschillende partijen kunnen geïnteresseerd zijn in hetzelfde stoffelijk overschot of verschillende meningen hebben over restitutie.’

Een vergelijkende studie moet dan een leidraad vormen voor het beheer van collecties menselijke resten in België. ‘Tot nu toe heeft ons land nog nooit menselijke resten gerepatrieerd naar een andere staat. België zou dus gebaat zijn bij een wettelijk kader om dergelijke vragen beter te behandelen.’

Casestudies

Het project zal verschillende casestudies onderzoeken, in dialoog met alle belanghebbenden, waaronder familieleden en deskundigen uit de landen van herkomst. De mogelijke restitutie van de menselijke resten en de modus operandi zullen dan worden besproken.

Eén mogelijke case is de schedel van Lusinga Iwa Ng’ombe. De schedel van de onthoofde leider van de Tabwa werd door Emile Storms naar België meegenomenals oorlogsbuit op het einde van de 19de eeuw. De schedel wordt vandaag in het KBIN bewaard. In 2018 diende een afstammeling van Lusinga uit Lubumbashi eeneis tot teruggave in bij de Belgische koning. Die eis werd recent hernieuwd door hoogleraren van de Universiteit van Lubumbashi (de Groep Murumbi).

De partners in dit project - KBIN, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA), Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG), Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), Université Saint-Louis (USL-B), Université Libre de Bruxelles (ULB) en Université de Montréal (UdeM), samen met FARO, hetVlaams steunpunt voor de cultureel-erfgoedsector – vragen alle instellingen en privépersonen die menselijke resten bewaren, contact op te nemen en de enquête in te vullen. De resultaten van de bevraging worden openbaar gemaakt, maar persoonlijke gegevens kunnen op vraag van de respondent privé blijven.

Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, steunt het HOME-project, dat wetenschappelijke ondersteuning moet bieden aan de politieke besluitvorming over een heel gevoelig onderwerp.

Meer informatie over het project.

Contact: home-project@naturalsciences.be