-A +A

Internationaal

Met het opengaan van de interne grenzen binnen de Europese Unie en het vrije verkeer van personen kan men verwachten dat de misdaad niet meer zal stoppen bij de landsgrenzen. Internationale samenwerking is dus meer en meer een vereiste voor correct forensisch werk. Diverse databanken van sporen worden momenteel met elkaar verbonden. Het beschikbaarheidsprincipe en de beslissing 2008/615/JHA van de Europese raad (voordien het verdrag van Prüm) leggen hiervoor de grondslag. Door deze overeenkomsten kunnen verschillende landen bepaalde gegevens zoals DNA profielen over de grenzen heen uitwisselen. 

Een intense samenwerking is ontstaan tussen forensische laboratoria die zich georganiseerd hebben binnen een netwerk (European Network of Forensic Science Institutes, ENFSI, www.enfsi.eu.) dat momenteel 54 laboratoria omvat die afkomstig zijn uit 34 landen die behoren tot de Raad van Europa. ENFSI (waarvan het NICC medestichter is) heeft als doelstelling het forensisch onderzoek in Europa op een kwalitatief hoogstaand peil te brengen én te houden. Eén van de vereisten om lid te zijn van dit netwerk is geaccrediteerd zijn volgens de internationale norm ISO17025 of ISO17020, of deze accreditatie binnen afzienbare tijd bekomen.

Binnen ENFSI zijn zestien werkgroepen actief die de voornaamste forensische disciplines omvatten. Tijdens vergaderingen die ze op regelmatige tijdstippen organiseren wordt wetenschappelijke informatie uitgewisseld, worden ringtesten georganiseerd en gezamenlijke databanken onderhouden. Nieuwe methodes worden gezamenlijk uitgetest. Hiernaast organiseert de ‘European Academy of Forensic Science’ driejaarlijks wetenschappelijke bijeenkomsten.

Deze werkgroepen ondersteunen, elk binnen hun specifieke materie, de ontwikkeling van het forensisch onderzoek binnen Europa door volgende activiteiten te ontwikkelen:

  • Het uitwisselen van informatie en expertise op vergaderingen;
  • Het promoten van kwaliteitsborging (bv. door ontwikkelen van ringtesten) en de ontwikkeling van professionele standaarden;
  • Het harmoniseren van methoden;
  • Het opzetten van gezamenlijke onderzoeksprojecten;
  • Het voorzien van opleiding en training binnen hun vakgebied;
  • Ontwikkelen en vrijgeven van databanken en collecties;
  • Het opstellen van ‘best practice manuals’.

Zowel binnen het domein van de criminologie als de criminalistiek is het NICC raadgever bij diverse Europese en internationale instellingen en partner binnen internationale samenwerkingsverbanden en onderzoeksprojecten.

Zo zijn de leden van de operationel directie Criminologie actief betrokken bij :

  • European Forum For Restorative Justice
  • European Society of Criminology
  • World Society of Victimology
  • International Society of Criminology