JSJV #10 MAART 2017
GEDETINEERDEN ZONDER VERBLIJFSRECHT: REPATRIËREN TEGEN (W)ELKE PRIJS?
Het toenemende aantal gedetineerden zonder verblijfsrecht zorgde ervoor dat het samenspel tussen justitie en de Dienst Vreemdelingenzaken na de eeuwwisseling aan belang won. Dit samenspel binnen de gevangenismuren was echter geenszins een evidentie. In het bijzonder de uitvoering van de administratieve detentie ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op een repatriëring vanuit de gevangenis stond onder druk omwille van de aanslepende penitentiaire overbevolking. Vanaf 2010 weigerden verschillende gevangenissen zelfs elke verdere administratieve detentie ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken, wat tot een enorme terugval in het aantal repatriëringen leidde. Gezien de politieke gevoeligheid van deze problematiek werd via wetswijzigingen sinds 2012 de mogelijkheid gecreëerd om reeds tijdens welbepaalde perioden van de strafrechtelijke detentie een repatriëring uit te voeren. Hoewel deze wijzigingen tegemoetkomen aan de bezorgdheden van justitie (overbevolkingsproblematiek) en die van de Dienst Vreemdelingenzaken (het repatriëringen van gedetineerden zonder verblijfsrecht), rijst de vraag in hoeverre penologische beginselen die vervat zitten in het penitentiair recht onder druk komen te staan door deze pragmatische oplossing.