Nationale ballistische databank
- met kogels en hulzen van schietincidenten in België met niet-geïdentificeerde vuurwapens
“Het is van wezenlijk belang dat alle ballistische gegevens worden gecentraliseerd bij de coördinatie van strafonderzoeken betreffende misdrijven waarbij vuurwapens werden gebruikt.”
(Verslag van de parlementaire onderzoekscommissie van 14 oktober 1997)
Na de overvallen van de bende van Nijvel hebben parlementaire onderzoekscommissies de noodzaak aangetoond van het bestaan van een nationale ballistische gegevensbank voor criminele feiten. Met dit doel voor ogen werden er reeds meerdere initiatieven genomen door de afdeling ballistiek waaronder de ontwikkeling van een gegevensbank voor het opslaan van de technische karakteristieken van de overtuigingsstukken. Een ‘piloot-project’ dat van start ging in Charleroi liet reeds toe om een aantal criminele feiten, begaan in dit gerechtelijk arrondissement, met elkaar in verband te brengen. De afdeling ballistiek wil zijn taak van centraal laboratorium uitbreiden naar alle gerechtelijke arrondissementen en zodoende de gewapende criminaliteit op het volledige Belgische grondgebied aanpakken.
Het IBIS-systeem
In 2002 werd een geautomatiseerd vergelijkingssysteem aangekocht, dat toelaat om eventuele overeenkomsten te vinden tussen individuele karakteristieken, achtergelaten door wapens op (kogels en) hulzen. Het IBIS-systeem vertoont qua werking sterke gelijkenissen met het AFIS-systeem (voor de identificatie van vingerafdrukken). Het is opgebouwd uit twee onderdelen, enerzijds een gedeelte dat beelden opneemt van overtuigingsstukken om de gegevensbanken te voeden en anderzijds een krachtig vergelijkingsalgoritme dat een coëfficiënt van overeenkomst toekent, gebaseerd op gelijkheid van de bruikbare sporen die aanwezig zijn op de ingevoerde overtuigingsstukken. Het IBIS-systeem laat toe om de steeds toenemende hoeveelheid overtuigingsstukken te blijven behandelen én tegelijkertijd te voldoen aan de eisen op gebied van kwaliteit, efficiëntie en snelheid.