-A +A

Bijzondere strafuitvoeringsmodaliteiten : nieuw onderzoeksrapport

25 juni, 2013 - 09:49 -- Inge

Analyse van werkprocessen van de directie detentiebeheer en lokale gevangenisdirecties in het kader van de advies- en besluitvorming inzake bijzondere strafuitvoeringsmodaliteiten

Onderzoeksrapport

Synthese onderzoeksrapport

Sinds de gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten kan worden vastgesteld dat de aandacht vooral gaat naar de strafuitvoeringsrechtbanken en de strafuitvoeringsmodaliteiten waarvoor deze laatste bevoegd zijn (voorwaardelijke invrijheidstelling, elektronisch toezicht, etc.). Nochtans kent de wet belangrijke bevoegdheden toe aan de Minister van Justitie (die gedelegeerd zijn aan de penitentiaire administratie) wat betreft het al dan niet toekennen van bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten, in het bijzonder de uitgaansvergunning en het penitentiair verlof.

Opvallend genoeg gaat er relatief weinig aandacht naar beslissingen betreffende uitgaansvergunningen en penitentiaire verloven en de actoren die hiervoor bevoegd zijn. De toekenning van een uitgaansvergunning of een penitentiair verlof is een eerste scharniermoment in het detentietraject van een veroordeelde gedetineerde. Het betreft immers een mogelijkheid om een eerste stap in de vrije samenleving te zetten, soms na een jarenlang verblijf achter de tralies. Uitgaansvergunningen en penitentiair verlof laten toe om het reclasseringsplan van een veroordeelde verdere invulling te geven, wat mogelijke gevolgen heeft voor de toekenning van andere strafuitvoeringsmodaliteiten (elektronisch toezicht, beperkte detentie, voorwaardelijke invrijheidstelling).

Op vraag van het Directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen (DG EPI) onderzocht het NICC de behandeling van vragen voor uitgaansvergunningen en penitentiair verlof door lokale gevangenisdirecties en door de Dienst Detentiebeheer (DDB). Het NICC is gevraagd om de besluitvorming in kaart te brengen, met bijzondere aandacht voor eventuele divergenties die bestaan tussen directieadviezen en beslissingen van DDB.

In dit rapport wordt aan de hand van een aantal onderzoeksresultaten beoogd een eerste licht te werpen op deze ‘zwarte doos’ in de strafuitvoering.

Contactpersonen :
Benjamin Mine (FR) : benjamin.mine@just.fgov.be
Luc Robert (NL) : luc.robert@just.fgov.be